Vroeger leefden men van het vlees “binnen handbereik”. Runderen, varkens en kippen. Lammeren en schapen en in het wildseizoen... een hert, ree of steenbok. De inwoners van deze regio hadden al vroeg geleerd economisch met hun voorraden om te gaan. Wanneer er een dier geslacht werd, ging niets verloren.
Alles werd gebruikt; van vlees tot vet, van mergpijpen tot organen en van bloed tot spierweefsel. In de loop der eeuwen is dan ook een culinaire traditie ontstaan die voor veel buitenlanders als verrassend wordt ervaren. Wat denkt u bijvoorbeeld van een stoofpotje van varkenswangetjes of de befaamde "boudin" bloedworst?
Om de producten niet verloren te laten gaan, werd het vlees gerookt, gepekeld, gekonfijt of gedroogd. Hieruit is bijvoorbeeld de inmiddels befaamde charcuterie ontstaan. Niet per se als delicatesse, maar gewoon een pure noodzaak om de boel langer te kunnen bewaren! Tegenwoordig zijn deze lekkernijen overal te koop.
Wij serveren u graag zo'n "assiette charcuterie" vooraf aan een Zwitserse (!) kaasfondue of bij een borreltje rond het haardvuur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten